Nissewaard is trots op alle vrijwilligers die hard werken om de gemeenschap draaiende te houden, zeggen ze. Veel organisaties draaien op de enorme inzet van vrijwilligers. Beter nog, een hele reeks organisaties zouden hun werk niet kunnen doen zonder die inzet. Het maatschappelijk verkeer zou zo ongeveer platliggen zonder al die helden. Er is zelfs een eventuele verplichting tot het doen van vrijwilligerswerk voor mensen die een uitkering ontvangen. Dat noemen ze wederkerigheid. Je zou dan denken: Onze gemeente doet er alles aan om alles goed te regelen voor deze harder werkers, vanwege hún wederkerigheid.
Sinds enige tijd zijn vrijwilligersorganisaties vrijwel gelijkgesteld aan bedrijven, als het om “arbeidsomstandigheden” en aansprakelijkheid gaat. Dat heeft grote gevolgen. Zeker als een ongeval gebeurt. Een instelling kan op de fles gaan door de gevolgen. Nissewaard zegt een collectieve vrijwilligersverzekering te hebben. Dus men denkt dat het wel snor zit. In de praktijk blijkt dat zéér vies tegen te vallen. In de praktijk zijn de uitkeringen van die verzekering zó laag dat, bij een ongeluk met noodzakelijke medische zorg en (beperkte) invaliditeit, men nèt genoeg krijgt om het eigen risico te betalen van de zorgverzekering. Dan zwijg ik over de uitkering bij een fataal ongeval. Vrijwilligers zijn dan zwaar de klos! Dus dat trots zijn op vrijwilligers heeft niet geleid tot een toereikend budget voor verzekeringen van onze helden. Men koos bij de gemeente voor de ongeveer meest afgeknepen polis.
Het is dus oppassen geblazen voor grote claims bij vrijwilligersorganisaties. Maar het is eigenlijk nog belangrijker dat een gemeente, die trots is op haar vrijwilligers, haar trots omzet in een uitstekende collectieve verzekering. Het kost relatief weinig en is een grote blijk van waardering, ook voor de instellingen. Dán ben je pas ècht trots op vrijwilligers.