Hoe vaak mag je vliegoverlast melden?

De rapportages van de omgevingsdiensten en meldpunten over vliegoverlast worden en zijn weer gepubliceerd. En dat zet de discussie over vliegoverlast weer op scherp. Op de socials gaat het dan weer van dik hout zaagt men planken.

Mensen die regelmatig melding maken van vliegtuigoverlast, worden op internet vaak uitgemaakt voor azijnzeikers, domkoppen of veelklagers. Ze moeten maar verhuizen, of niet in de buurt van een vliegveld gaan wonen. Met dit soort opmerkingen proberen voorstanders van méér luchtvaart af te leiden van de kern: mensen ervaren oprecht overlast van een lawaaiige industrie. Het kan zomaar zijn dat ze de radio of tv niet kunnen verstaan of dat gesprekken worden onderbroken. Ook worden mensen vaak meerdere malen per nacht gewekt. De vliegoverlast is enorm toegenomen. Dat komt uiteraard door de groei van het aantal vliegbewegingen, maar ook doordat vliegtuigen steeds zwaarder worden. Dat geeft gewoon meer lawaai en luchtvervuiling. Dat is onmiskenbaar! De melders verwijten maken is totaal ongepast en daarom doet de Schiphol Group dat nooit zelf. Het aantal is zo enorm gegroeid, ondanks dat men creatief is geworden met het berekenen van overlastcijfers dat mensen het niet meer pikken.

Meldingen van vliegoverlast komen zeer regelmatig voor op afstanden tot 50 kilometer van een vliegveld. Dan rijst de vraag: wat is dan in de buurt? Het verhindert vliegfanaten niet ordinair te schelden op mensen die echt te lijden hebben onder de vliegindustrie. Dat heet gewoon doodordinair victim blaming.

Maar is het wel terecht dat mensen die regelmatig overlast melden worden uitgescholden? Om die vraag te beantwoorden gaan we gewoon even rekenen. Dat doen we op basis van de gegevens van de omgevingsdienst DCMR. We kijken dus, voor het gemak, naar Rotterdam. Daar zijn 51.000 vliegbewegingen per jaar te ervaren door de omgeving. In de rapportages staat dat op een meetpunt vlakbij een woonwijk waar de vliegtuigen overheen denderen, het lawaai regelmatig boven de 92 decibel is. Die woonwijken liggen er langer dan dat het vliegveld begon met vliegen met grote toeristenvliegtuigen en er werden door Schiphol en de gemeente Rotterdam ferme toezeggingen gedaan over hinderbeperking. Beloftes die niet (verrassing!) werden nagekomen, zo zien we in de cijfers. Het aantal overlastmeldingen is in 9 jaar tijd verzestienvoudigd!

In de regio Rotterdam is één persoon die 3000 meldingen per jaar maakt. Dat lijkt heel veel, maar is dat dan ook zo? Als je 51.000 vliegtuigen over je heen krijgt is het slechts 6% van alle ellende. Het is daarom ongepast om die mensen af te schilderen als mafklappers. Het zijn de mensen met enorm veel overlast en dat ook melden. Dat ze dat in 94 procent van de gevallen niet doen geeft dus aan dat men niet de hele dag aan het klagen is. Ze houden wel vol, dat is zeker.

Rekenkundig worden de meldingen ook omlaaggerekend. Sinds vorig jaar wordt nog maar 1 melding per vliegtuig per huisnummer genoteerd. Dus als je in een studentenhuis woont of een verzorgingshuis en je wordt allemaal wakkergevlogen, dan telt dat toch maar voor 1 melding. Als je dan naar de meldingen kijkt ligt alles toch fors anders met die overlastmeldingen. Het wantrouwen richting de vliegindustrie is zo gegroeid dat men zelf maar een meldpunt begon, waar al 200.000 meldingen zijn geregistreerd. Het gaat dan om www.vliegherrie.nl. Dat is een meldpunt dat ook wordt geraadpleegd door.o.a. het RIVM.

Er is een bijkomend probleem. Als mensen méér overlast melden, wordt er gezegd dat het zeurpieten zijn, als ze minder gaan melden wordt gegarandeerd door het vliegveld beweerd dat de niet-bestaande hinderbeperkende maatregelen goed werken. ”Kijk maar naar de meldingen”, roepen ze dan op bij het vliegveld. Frequente melders zijn dus de mensen die consequent blijven melden dat er veel herrie en luchtvervuiling is in hun woonomgeving. Dat is niet verwijtbaar, maar juist goed. Dat geeft inzicht in de problematiek.

Aan reaguurders dus feitelijk de vraag: hoe vaak mag je melding maken van overlast? Heeft u een getal, een percentage? Indien u dat niet heeft, stop dan met afgeven op mensen die ontzettend veel last hebben van vliegtuigen. Ze mogen ook wel eens antwoord geven op de vraag: Van wie is de lucht? Mijn antwoord is: niet van de vliegbaronnen, maar van ons allemaal. De vliegbazen kunnen die lucht niet opeisen, maar slechts heel vriendelijk vragen of ze die lucht mogen volspuiten met uitlaatgassen en lawaai. Dat opeisen doet men dus nu wel, ten koste van de omwonenden.

Verschenen bij Joop.nl van BNNVARA

Dit bericht is geplaatst in Columns, Luchtvaart, Politiek. Bookmark de permalink.