Columnist Alfred Blokhuizen worstelde zich door de ruim 750 pagina’s van de wetenschappelijke bijbel over biokerosine. En kon maar tot één conclusie komen: deze kerosine gemaakt uit planten gaat de problemen van de luchtvaartsector niet oplossen.
De luchtvaartlobby houdt ervan proefballonnetjes op te laten. Wie even zoekt op Google naar de term biokerosine komt al snel uit bij een flink aantal veelbelovende ‘pilot projects’.
Zelfs onze eigen KLM heeft zo’n project lopen. Het bedrijf meldt trots hoe het tot wel 50 procent biobrandstof kan bijmengen. Kan bijmengen, want in de praktijk komt KLM niet verder dan het bijmengen van 0,18 procent biobrandstof bij de 99,82 procent fossiele brandstof.
Dit groenwassen kwam KLM eerder al op een fikse berisping te staan van de Reclame Code Commissie.
Knollen voor citroenen
KLM bleek hier duidelijk knollen voor citroenen te verkopen, maar dat zal voor niemand een verrassing zijn die de luchtvaart kritisch volgt.
Veel belangrijker is echter de vraag: is biobrandstof nou wel echt CO2-neutraal, zoals de spindokters in de vliegbranche ons willen doen geloven? Of is ook dat niet waar?
Om daar achter te komen las ik hét standaardwerk op het gebied van biokerosine, het boek ‘Biokerosene: status and prospects’ van Martin Kaltschmitt en Ulf Neuling.
In de 761 pagina’s van het rapport brengen zij een waar leger van specialisten bijeen. Elk denkbaar aspect komt aan de orde: van landbouw tot techniek, via chemie tot regelgeving. Alles hebben ze nauwkeurig uitgeplozen.
Het blijkt dat biokerosine een complex onderwerp is, dat zich niet in twee zinnen laat samenvatten. Niet zoals bij voorbeeld elektrisch vliegen, waarvan je met twee rekensommen kunt aantonen dat het een onhaalbare zaak is.
Miljoenen jaren aan opgeslagen koolstof vrij
Waarom zou biokerosine bijdragen aan een lagere uitstoot van CO2? Op dit moment wordt er gevlogen op fossiele brandstoffen. Bij de verbranding daarvan komt CO2 vrij. De koolstof daarin is in de loop van miljoenen jaren opgeslagen in gewassen die uiteindelijk zijn omgezet naar aardolie. Omdat we al deze in miljoenen jaren gevormde olie nu in een periode van amper twee eeuwen verbranden, komt alle koolstof uit die periode versneld vrij.
Dat veroorzaakt een groeiende concentratie van koolstof in onze atmosfeer en dat zorgt op zijn beurt weer voor de opwarming van de aarde en de klimaatproblemen.
De theorie is nu dat bio-kerosine, gemaakt van plantaardige grondstoffen, eerst CO2 uit de lucht heeft opgenomen om te kunnen groeien. Als de verwerking van die planten tot bio-brandstof dan netjes gebeurt, zou je met het vliegen op deze brandstof geen CO2 uitstoten – een duurzame droom.
Maar volgens het boek van Kaltschmitt en Neuling is het niet zo simpel. Zij geven aan dat wanneer zo’n grondstof-gewas ergens wordt verbouwd in de woestijn, het theoretisch mogelijk zou zijn op netto nul CO2-uitstoot te komen. Alleen is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Niet voor niets is het een woestijn. Het telen van gewassen kost daar heel veel moeite, ruimte en nog meer water. En het levert verhoudingsgewijs weinig op. De auteurs schatten dat er maximaal 4 ton per hectare zou kunnen worden geteeld van een plant als de Jathropha.
Heel Duitsland en Polen nodig aan oppervlakte
Er is dus veel land nodig. Rekent u even mee? In 2010 verstookten alle vliegtuigen samen ruim vijf miljoen ‘barrels’ per dag. Een zo’n barrel per dag is zo’n 50 ton brandstof per jaar. Toen ging het dus om 250.000.000 ton per jaar. Met 4 ton per hectare is dat dus een benodigd oppervlakte van ruim 60 miljoen hectare ofwel 600.000 km2. Ter illustratie: dat is ongeveer het oppervlakte van heel Duitsland en heel Polen samen.
Als al deze biokerosine efficiënter geproduceerd moet worden, dan is het van belang daarvoor landbouwgrond te gebruiken waarop al wel iets groeit. Akkerland bij voorbeeld, waar het voedsel voor mensen nu groeit. Ook is het dan handig andere gewassen te kiezen, waardoor de opbrengsten hoger worden en de biokerosine goedkoper.
Echter gaat dit ten koste van het CO2-effect. Dat wordt nu veel minder positief, omdat deze gewassen nu CO2 uit de lucht halen die eerst door andere planten werd vastgelegd. Het rekensommetje kan dan zelfs negatief uitpakken, zo waarschuwen de specialisten in het boek.
Hongersnood om ‘schoon’ te vliegen
Bijkomend nadeel is dat er nu mensen honger hebben omdat andere, veelal rijkere mensen, ‘schoon’ willen vliegen. Immers op de landbouwgronden voor de biokerosine kan geen voedsel meer worden verbouwd. Geen akkers dan, maar een ander natuurgebied? Zoals een regenwoud? Dat gebeurt al succesvol in de palmolie-industrie hetgeen ons in razendsnel tempo onze oerwouden kost. Het voelt allemaal allerminst goed.
De prijs van biokerosine verdient ook enige aandacht. De specialisten rekenen in het boek uit dat zelfs in het allerbeste geal de biologische kerosine op prijs bij lange na niet kan concurreren met de fossiele variant waarop nu wordt gevlogen.
Er bestaat echter nog een uitweg: algen. Dat is welhaast een tovertechnologie in de biobrandstoffensector. Algen beloven hoge opbrengsten tot zo’n 100 ton per hectare en lage kosten. Algen concurreren niet met de voedselproductie. En algen zouden éxtra CO2 vastleggen bovenop wat de bestaande flora al doet. Precies wat we nodig hebben.
Jammer alleen dat ondanks veel wetenschappelijk onderzoek en hard werk de algenkerosine nog steeds in het experimentele stadium verkeert. De benodigde algen groeien ook niet idyllisch in zee, maar in speciale reactoren, vergelijkbaar met waterzuiveringsinstallaties.
Veel te duur
Hoewel veelbelovend concluderen de experts in ‘Biokerosene: status and prospects’: “Vloeibare brandstoffen uit micro-algen zijn veel te duur in vergelijking met brandstoffen uit aardolie. Het zou pas economisch rendabel worden als een vat kerosine veel duurder wordt.”
Nu is het natuurlijk mogelijk om belastingen te heffen op fossiele kerosine en de opbrengsten daarvan gebruiken om biokerosine te subsidiëren. Dat idee wordt door de liefhebbers nog wel eens geopperd om hun droom te laten uitkomen.
Maar hoe moet je dat in de mondiale wereld van de luchtvaart netjes doen? Het belasten van kerosine blijkt al een grote opgave te zijn waartegen de sector zich al decennialang verzet. Los daarvan is het doorsluizen van belastinggeld fraudegevoelig: als fossiele brandstof zoveel goedkoper is dan biobrandstof en het verschil in de dagelijkse vliegpraktijk nauwelijks te merken is, dan vraag je er als overheid om besodemieterd te worden.
En nog even voor alle duidelijkheid: vliegen op bio-kerosine lost heel veel problemen die door de luchtvaart worden veroorzaakt niet op. Het lawaai blijft, de stikstofuitstoot blijft, de condensstrepen blijven. CO2 is maar een klein deel van de problemen. Eerder schreef ik op deze site al een stuk over de aspecten op het gebied van leefomgeving, economie milieu en klimaat en veiligheid.
Werkgelegenheid voor arme landen
Voorstanders van biokerosine hebben nog een joker in hun hand. Stel, zo zeggen ze, we gaan naar een arm land met een klimaat waar de plantjes voor de biobrandstof goed gedijen. We kiezen een gewas dat niet concurreert met de voedselvoorziening en we maken daar mooie, schone brandstof van. Dan creëren we extra werkgelegenheid voor de lokale bevolking. Wie kan daar nou tegen zijn?
Ik help u uit de droom: daar zou iedereen tegen moeten zijn. Dit soort praktijken bestaat immers al volop. Het heeft zelfs een naam: land grabbing – het stelen van land. De regering van een ontwikkelingsland krijgt het aanbod om grond te verkopen aan grote investeerders. Uiteraard tegen de best mogelijke voorwaarden. Voor die investeerders.
Die investeerder doet vervolgens met die grond wat voor hem het goedkoopst is. De inheemse bevolking is dan uiteraard de klos, op meer dan één manier. De inzet van het ‘grabbed land’ op industriële wijze gaat gepaard met waterverbruik en allerlei vormen van vervuiling. Met uitputting van de grond. Natuurlijk kan het verbouwen van die gewassen ook netjes en duurzaam gebeuren, maar dat is duurder en dat willen de investeerders niet. Na landroof komt roofbouw.
Geen goed idee
Na lezing van het standaardwerk kan ik maar tot één conclusie komen: biokerosine is gewoon geen goed idee. Het is veel te duur, maakt potentieel het CO2-vraagstuk alleen maar groter en ondermijnt het voortbestaan van mensen omdat het concurreert met de voedselvoorziening. Ja, algen zijn in de toekomst mogelijk een uitweg en verdienen de aandacht – maar die toekomst is nog ver weg. Sterker nog, wie de Wikipedia-pagina erop naslaat, krijgt de indruk dat de hype alweer over de top is.
“By 2017, most efforts [to produce algae fuel] had been abandoned or changed to other applications, with only a few remaining.”
Hoe dan ook, beloven dat het later wel goed komt, is geen excuus om nu te blijven vervuilen. Wat KLM en andere bedrijven uit de sector doen heeft een naam: greenwashing. Willen we voorkomen dat deze greenwashing uitloopt op een nachtmerrie, dan is er maar één oplossing: continu in de gaten houden wat deze industrie doet, door onafhankelijke partijen. Een goed geïnformeerde samenleving draagt daaraan bij – vandaar deze column.
Alles overdenkend komt ik tot de slotconclusie dat biokerosine en biobrandstoffen in het algemeen een waardevol perspectief bieden. Maar dat perspectief wordt pas realiteit als de onderliggende economie, de politiek en de sociale systemen echte duurzaamheid in de hand werken.
Geen uitbuiting, geen vervuiling, maar gewoon een eerlijke prijs voor een eerlijk product. Daar zijn we helaas nog mijlenver van verwijderd.