Het stuk van bestuursrechtskundige Michiel de Vries over het bestaansrecht van de provincies (Opinie, 25 februari) vond ik uiterst goedkoop, een bestuurskundige onwaardig. Ik viel al direct over de kwalificatie van de Provinciale Statenleden als „tweederangspolitici”. Daarmee worden de mensen die zich willen inspannen voor de samenleving, tegen een buitengewoon lage vergoeding, negatief neergezet. De bestuurskundige verzwijgt dat de provincie heel veel wegen aanlegt en onderhoudt, bepaalt waar wel of niet kan worden gebouwd en waar het openbaar vervoer rijdt. Dat is hard nodig, want de gemeenten denken in het algemeen vooral aan zichzelf. Ik vind het onverantwoord dat nota bene een hoogleraar een paar incidenten uit het verband rukt en dat als bewijs aanvoert van het falen van de provincie. Ook de verholen oproep om niet te gaan stemmen („de provincies zijn uw stem niet waard”) vind ik ongepast. Daarom roep ik iedereen op te gaan stemmen, want uw stem doet er wel degelijk toe. Ik vraag me in dit geval af of de afstand universitaire collegezaal – burger niet veel groter is dan Provinciehuis – burger.
Alfred Blokhuizen
Gepubliceerd in NRC Next