Het is me wat in de politieke arena. Het is altijd goed luisteren naar wat men daar zegt of vooral niet zegt. Dat is best wel lastig voor bijna iedereen, dus ook voor de mensen die u gekozen hebt in de Gemeenteraad. Die mensen hebben het vaak zwaar. Die moeten door dikke rapporten spitten, die vaak totaal onleesbaar zijn. Zelfs voor de geoefende lezer zijn ze bijna niet te doen. En dat is niet voor niets zo. Opeens staat er dan een slimmerik (m/v) op die een wethouder betrapt op een, laat ik het netjes zeggen, onjuistheid in zijn beweringen. Ja, inderdaad zijn, want onze stad heeft geen enkele vrouw meer in het dagelijkse bestuur.
Als een bestuurder dan wordt aangesproken op een onjuistheid dan krijg je een heel interessant woordenspel. Opeens is het “heel simpel” en dan krijg je een brij aan woorden waar geen touw aan vast te knopen is. Of soms zegt dan zo’n man “ik herken me er niet in”. Daarna slaat een debat meestal dood. Want ja, wat wordt er nu eigenlijk gezegd? Als zo’n man, getraind in het gebruik van taaltrucjes zegt dat het heel simpel is en je begrijpt het niet, ben je dan dom als je doorvraagt? En als iemand zegt dat hij zich er niet in herkent, is de ontdekte onjuistheid dan niet waar?
Ik vind dat er geen domme vragen bestaan, alleen domme antwoorden. Antwoorden die beginnen met “simpel” zijn in basis een belediging voor mensen die niet geoefend zijn in politieke taaltrucjes. Je zegt dan impliciet als wethouder of burgemeester dat iemand die het niet begrijpt dom is. En als een bestuurder zegt dat hij “zich er niet in herkent” zegt dat helemaal niets van wat is geconstateerd. Het kan helemaal fout zitten, maar misschien is zijn politieke spiegel beslagen waardoor hij zichzelf niet meer herkent. Het kan ook zijn dat een bestuurder zijn geweten zó in de steek heeft gelaten dat hij inderdaad zichzelf niet meer herkent vanwege de jokkebrokkerij. Is dit nu een snoeihard oordeel? Nou, uhhhhhh nee hoor, het is “heel simpel: Ik herken me daar niet in”.